Verdelen en verrekenen
Wanneer mensen hebben samengeleefd doet zich vrijwel altijd de vraag voor welke goederen van wie zijn, wie de schulden moet betalen en of de een nog iets moet betalen aan de ander. Voor het antwoord op deze vragen is van belang op welke wijze mensen hebben samengeleefd en welke afspraken zij hierover hebben gemaakt (of niet).
Samenwonen zonder schriftelijke afspraken
Hoofdregels zijn dat de goederen van degene zijn die daarvan de eigendom heeft verkregen en dat ieder de helft van de gezamenlijke kosten dient te voldoen. Dat klinkt mooi, maar pakt in de praktijk vaak minder fraai uit. Als de man een muziekinstallatie koopt en de vrouw de gezamenlijke boodschappen betaalt, heeft de man dus een muziekinstallatie en een schuld aan de vrouw voor de helft van de gezamenlijke boodschappen. Als partijen jaren later uit elkaar gaan zal de muziekinstallatie er nog wel (aantoonbaar) zijn. Of de vrouw daarentegen dan nog kan bewijzen dat zij destijds díe gezamenlijke (!) boodschappen heeft gedaan is maar zeer de vraag. Nog vervelender wordt het als de ene partij (uiteraard aantoonbaar) de woonlasten betaalt en de ander de boodschappen. De woonlasten kunnen redelijk eenvoudig worden bewezen, die van de gezamenlijke boodschappen niet.
Dan kán het natuurlijk nog dat partijen afspraken hebben gemaakt waarbij zij zijn afgeweken van deze hoofdregels. Óf zij dat hebben gedaan en wát zij dan zouden hebben afgesproken dient te worden bepaald aan de hand van het zogeheten ‘Haviltex-criterium’: “het komt aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan elkaars verklaringen en gedragingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten, waarbij alle omstandigheden van belang zijn, waaronder het feitelijk handelen van partijen”.
Het samenlevingscontract
Hoofdregel is dat hetgeen partijen op schrift hebben gesteld, de manier is waarop zij hun samenleving dienen af te wikkelen. Anders dan wat partijen vaak denken, is het echter niet altijd volslagen duidelijk wát partijen hebben afgesproken en waaróm. De uitleg die de ene partij aan een artikel geeft is niet zelden volstrekt anders dan de uitleg die de ander daaraan geeft. Hetgeen partijen zijn overeengekomen moet dus worden ‘uitgelegd’.
Voor die uitleg dient in eerste instantie gekeken te worden naar de aanvullende en beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid (art. 6:248 BW). Een overeenkomst heeft ook gevolgen die daarin niet op schrift zijn gesteld, terwijl sommige regels die wél op schrift zijn gesteld soms niet van toepassing zijn. Ook hier speelt het Haviltex-criterium weer een grote rol.
Het huwelijk
Algehele gemeenschap van goederen
Tenzij afspraken zijn gemaakt over het huwelijksgoederenregime bij de notaris, is sprake van algehele gemeenschap van goederen. De hoofdregel is dan dat echtgenoten ieder volledig gezamenlijk eigenaar zijn van al het actief en beiden volledig aansprakelijk zijn voor de gezamenlijke schulden. In de praktijk betekent dit dat het geld, de goederen en de schulden door de helft worden gedeeld. Juridisch gezien laten schulden zich echter niet delen en moeten daarover afspraken gemaakt worden met de schuldeisers. Sinds enkele jaren is het indienen van het verzoekschrift tot echtscheiding (zolang dat niet wordt ingetrokken) het moment waarop goederen en schulden niet meer gezamenlijk worden verkregen. Schulden die worden aangegaan en goederen die worden verkregen ná dit omslagpunt, behoren niet meer tot het vermogen van de ander. Voor een eventueel beroep hierop jegens een crediteur van de andere echtgenoot, dient het verzoekschrift dan wél ingeschreven te zijn in het huwelijksgoederenregister.
Huwelijks voorwaarden
Als partijen wel afspraken hebben gemaakt over het vermogen na huwelijk, spreken we over huwelijks voorwaarden. Omdat huwelijks voorwaarden een overeenkomst zijn, kunnen echtgenoten over bijna alles afspraken maken. En dat doen partijen dan ook. Grofweg worden er afspraken gemaakt over vermogen (wel, niet, of slechts gedeeltelijk gezamenlijk) over de kosten van de huishouding (wie betaalt welk deel, meestal op basis van de verhouding van ieders inkomen en hoe wordt het meerdere of mindere verrekend) en over het inkomen van partijen dat aan het einde van het jaar niet is uitgegeven (jaarlijks verrekenen, aan het einde van huwelijk, of juist helemaal niet).
Ondanks het feit dat het bij huwelijks voorwaarden om een notariële akte gaat, is ook hier niet altijd duidelijk wat er nu precies is afgesproken. Ook huwelijks voorwaarden dienen uitgelegd te worden, waarbij wederom het Haviltex-criterium een grote rol speelt. Daar komt bij dat het niet-naleven van de plicht tot tussentijds afrekenen grote gevolgen heeft en dat onder omstandigheden huwelijks voorwaarden tot volslagen wanverhoudingen kunnen leiden. Er bestaat dan ook de nodige jurisprudentie over huwelijks voorwaarden.
Pensioen
Juridisch gezien is pensioen geen vermogen dat voor verdeling in aanmerking komt. De Wet verevening pensioenrechten bij echtscheiding regelt de wijze waarop verdeling plaatsvindt. Als er geen andere afspraken zijn gemaakt (meestal in huwelijks voorwaarden wél) dan krijgt ieder de helft van de pensioenrechten van de ander die tijdens huwelijk zijn opgebouwd, alsmede de ten behoeve van hem of haar opgebouwde rechten op nabestaandenpensioen. Voor een rechtstreekste aanspraak jegens de pensioenverzekeraar op de helft van het (tijdens huwelijk opgebouwde) pensioen van de ander, dient binnen twee jaar na echtscheiding de pensioenverzekeraar hierover te zijn aangeschreven. Voor de omzetting van deze aanspraak op het pensioen van de ander in een eigen pensioenaanspraak (die niet vervalt bij overlijden van de ander) is toestemming van die ander vereist.
niet altijd gaat dit goed: verder lezen.